SV | En al den roof dezer steden, en het vee, roofden de kinderen Israëls voor zich; alleenlijk sloegen zij al de mensen met de scherpte des zwaards, totdat zij hen verdelgden; zij lieten niet overblijven wat adem had. |
WLC | וְ֠כֹל שְׁלַ֞ל הֶעָרִ֤ים הָאֵ֙לֶּה֙ וְהַבְּהֵמָ֔ה בָּזְז֥וּ לָהֶ֖ם בְּנֵ֣י יִשְׂרָאֵ֑ל רַ֣ק אֶֽת־כָּל־הָאָדָ֞ם הִכּ֣וּ לְפִי־חֶ֗רֶב עַד־הִשְׁמִדָם֙ אֹותָ֔ם לֹ֥א הִשְׁאִ֖ירוּ כָּל־נְשָׁמָֽה׃ |
Trans. | wəḵōl šəlal he‘ārîm hā’ēlleh wəhabəhēmâ bāzəzû lâem bənê yiśərā’ēl raq ’eṯ-kāl-hā’āḏām hikû ləfî-ḥereḇ ‘aḏ-hišəmiḏām ’wōṯām lō’ hišə’îrû kāl-nəšāmâ: |
En al den roof dezer steden, en het vee, roofden de kinderen Israëls voor zich; alleenlijk sloegen zij al de mensen met de scherpte des zwaards, totdat zij hen verdelgden; zij lieten niet overblijven wat adem had.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En al den roof dezer steden, en het vee, roofden de kinderen Israëls voor zich; alleenlijk sloegen zij al de mensen met de scherpte des zwaards, totdat zij hen verdelgden; zij lieten niet overblijven wat adem had.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!